Een kille wind krult om de basiliek in Raalte. Het was een winter van niks maar kennelijk moet er nog wat kou uit de lucht. Zachtjes schoppen we onze voeten warm tegen het lage muurtje van donkerbruine bakstenen.

Ome Bertus is overleden, de oudste broer van mijn vader. Een vrolijke ondernemer, niet stuk te krijgen. Tot nu dan. Buiten de Heilige Kruisverheffing klit een bont gezelschap haantjes samen. Ooms, tantes, neven, nichten, achterneven, achternichten en de koude kant. ‘We zien elkaar te vaak’, zeggen we zachtjes.

Ron, die is getrouwd met een knappe nicht, houdt het voor gezien en stapt over het muurtje. ‘Tot zondag in de Adelaarshorst’, zegt hij. ‘Kijk maar uit, jullie gaan eraan’, zeg ik. Mijn broer knikt. We hebben er zin in. Ron kijkt bedenkelijk. ‘We hebben veel geblesseerden.’ Dat doet ons even deugd en daarna maken we ons weer samen bezorgd over andere familieleden.

Die zondag staan we binnen twintig minuten voor met 2-0. David geeft de reus een tik op de neus. De supporters van FC Twente zien de hoop op een kampioenschap vervliegen. En dat pikken de gasten niet. Er vliegt vuurwerk heen en weer tussen vakken. De supporters van de tegenpartij schroeven de klapstoeltjes in ons uitvak los en smijten ze op het veld. Vanaf de B-side zien we hoe Ron in de verte naar de raddraaiers stiefelt om ze te kalmeren. Halverwege maakt hij rechtsomkeert. ‘Gelijk heeft-ie’, zeggen we. Het is zinloos en gevaarlijk.

Terwijl de scheidsrechter overlegt met politie en bestuurders, zet stadionspeaker Rob gewiekst het nummer Sweet Caroline op. Dat is “een Twente-liedje”. ‘Wo ho ho’, deinen ook de thuissupporters mee in het refrein. En voor even keert de geest terug in de fles.

Drie weken later schalt hetzelfde lied door zaal Boode in Bathmen, zeven kilometer verderop. Op het podium hupst Caroline van der Plas met rode konen. Haar partij heeft zojuist de verkiezingen klinkend gewonnen. Niet alleen de boeren maar ook veel verongelijkte burgers in het westen hebben gestemd op haar beweging.

In de week erna hangen de boeren langs de N348 tussen Lemelerveld en Raalte de vlaggen weer goed. Ook de onfrisse banieren verdwijnen uit de akkers. Daar stonden teksten op over ‘vijanden van het volk’ en de frase ‘Kaag & Rutte:  het abces uit Den Haag’. De boze plattelanders strijken over hun hart omdat ze blij zijn met de uitslag. ‘Maar die vlaggen hangen zo weer op de kop’, klinkt het waarschuwend. Democratie wordt alleen omarmd als de uitslag bevalt.

Geen cursus ‘Omgaan met teleurstellingen’ wordt nog verkocht in dit land van slechte verliezers.

In ons verwende land accepteren mensen het domweg niet meer om te verliezen. We gooien aanstekers naar de voetballer die het waagt om tegen onze club te scoren. Komt er een vrouw slecht nieuws brengen, dan brullen hordes dat er een piemel in moet. ‘Waar moet ik dan wonen?’, roept de welgestelde dame naar de burgemeester die van plan is om in haar sjieke buurt een sekscentrum te huisvesten. De advocaten staan al te trappelen in de coulissen. Een rodebroekenman roept gierend dat hij van adel is en daarom geen verkeersbon hoort te krijgen. ‘Omdat er nou eenmaal verschillen bestaan in dit land.’ Het grappige filmpje wordt aangekondigd door de presentator die uit zijn stekker gaat als een geluidsman vergeet een microfoon aan te zetten. Hufterigheid is wars van standen.

Geen cursus ‘Omgaan met teleurstellingen’ wordt er nog verkocht in dit land van slechte verliezers. Wel veel clinics waarin zweverige types vertellen dat je altijd voor jezelf moet kiezen. En hoe je jouw eigen geluk op één zet. Recht hebben op van alles, verplicht zijn tot niets. En om maar niets van het eigen geluk te verliezen, verliezen we intussen van alles: zelfbeheersing, rede en gemoedelijkheid.

Maar dan, als een klein wonder, keert ome Bertus vlak voor Pasen ineens terug op aarde. In de laatste zomer van zijn leven blijkt hij bij toeval te zijn gefilmd door een filmploeg van het SBS6-programma Steenrijk, straatarm. In een bijrol rolt Bertus op zijn scootmobiel door de supermarkt die ooit zijn eigen naam droeg. De hoofdpersoon uit het televisieprogramma is van leven gewisseld met een ander en moet als novice onze ome Bertus bedienen. Dat lukt maar matig. Een bepaald merk yoghurt blijkt onvindbaar. Ome Bertus ondergaat het allemaal geduldig, lacht vriendelijk en steekt een duim omhoog. ‘Je doet het prima.’

Hij is uit de tijd, maar laat nog even zien hoe het hoort.

Join the conversation!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *