In het azc hoopt de uit Iran gevluchte Mo (39) al maanden op de doorstart van zijn leven. Wachten is deprimerend, weet hij. ‘Het schopt je gedachten in de war.’
Hij werd gebeld op weg naar school in Teheran. Daar leerde hij Iraanse kinderen Engels spreken. Onderwijs is zijn lust en zijn leven, en hij was trots op de school waar armere kinderen misschien wel het beste onderwijs van de hele stad kregen. Maar het telefoontje in de zomer van 2022 veranderde alles. Mo: ‘Het was de pastor. “De schuilkerk is ontdekt,” zei hij. “Ze arresteren iedereen. Vlucht!” Het voelde alsof de aarde onder mijn voeten verdween.’
Opgesloten
‘Ik ben geboren als moslim, maar heb me bekeerd tot het christendom. Dat is levensgevaarlijk in Iran. In wat de langste seconde van mijn leven leek, nam ik het moeilijkste besluit: vluchten.’ Hij vernietigde zijn telefoonkaart en sneed alle banden door. Dat hij in Nederland is beland, was niet de bedoeling. Omdat hij vloeiend Engels spreekt, wilde hij naar Londen. Maar de mensensmokkelaar liet hem achter in een kamer in de buurt van Schiphol. ‘Ik zat wekenlang min of meer opgesloten, ik wist niet eens in welk dorp of welke stad,’ zegt Mo. ‘Als illegaal kon ik de deur niet uit, dat was me op het hart gedrukt. Het waren mijn donkerste maanden, ik werd gek van het nietsdoen en depressief van de uitzichtloosheid.’
Toen het eten op was, moest hij wel naar buiten. In de supermarkt maakte hij kennis met een Nederlands stel, dat hij hielp met het dragen van hun boodschappen. Er volgden meer ontmoetingen en na een tijdje durfde Mo om hulp te vragen. ‘Ik moest wel. De smokkelaar kwam niet meer opdagen, de huiseigenaar wilde me eruit zetten. Ik stond op straat, zonder geld.’ Zijn nieuwe vrienden, geloofsgenoten, gaven hem onderdak in hun eigen huis. ‘Ik ben ze eeuwig dankbaar.’
Samen bekeken ze de opties en besloten ze dat Mo zich moest melden bij het dichtstbijzijnde politiebureau. Daar kreeg hij een dagkaart naar Ter Apel, waar zijn procedure begon. Na zes dagen in het overvolle azc verkaste hij naar het tentenkamp in Nijmegen. En weer later naar Budel. Inmiddels verblijft Mo in Goes, in een Van der Valk-hotel dat dienstdoet als opvanglocatie. Daar wacht hij al maanden op zijn tweede interview door de IND.
‘Gek worden’
Mo zit niet stil, tijdens het wachten. ‘Doe iets. Dat raad ik elke vluchteling aan. Van wachten kun je gek worden. Nietsdoen ligt op de loer, maar dat schopt je gedachten in de war. Maak jezelf nuttig, gebruik welk talent je dan ook in huis hebt.’ Zijn talent is Engels, dus doet hij vertaalwerk waar hij maar kan. Voor vluchtelingen die alleen Farsi spreken, maar ook voor christelijke sociale-mediakanalen. Hij geeft taalles aan andere asielzoekers en doet vrijwilligerswerk in lokale kerkgemeenschappen en als onderwijsassistent op een basisschool. Twee dagen per week helpt hij de docent met printwerk en het prepareren van lessen. Soms draait hij ook eenvoudige lesjes met de kinderen.
Zelfstudie
Hoewel hij nog in de procedure zit, heeft Mo al kennisgemaakt met het UAF. ‘We hebben verkennende gesprekken gevoerd over mijn mogelijkheden. Ik wil een bijdrage leveren aan de samenleving, want ik sta in het krijt bij Nederland en de Nederlanders.’ Mo heeft al wat Nederlands geleerd op het online platform van de UAF Academy. ‘Mijn taalniveau had ik snel op basisniveau A2.’ Omdat Mo de grammaticale basis ook wil beheersen, investeert hij veel tijd in zelfstudie. ‘Taal is de sleutel. Ik heb mijn cv al naar tal van onderwijsinstellingen gestuurd. Die eisen dat ik vloeiend Nederlands spreek. Terecht, dus daar werk ik hard aan.’
Toekomstplan
Vraag je naar zijn toekomstplan, dan zucht hij even. ‘Veiligheid is het eerste doel. De praktische vertaling daarvan is een status. Dat proces neemt het grootste deel van mijn aandacht in beslag. Pas als mijn veiligheid concreet is, kan ik met volle focus beginnen aan een nieuwe start. En al zit ik bepaald niet stil, tot die tijd staat mijn leven de wacht.’
Om veiligheidsredenen is Mo niet herkenbaar in beeld.