‘Weet u wat er speelt vanavond? Kent u het?’ De alleraardigste dame heeft me zojuist gewezen waar ik een biertje kan halen in dit magische theater. Even later zie ik haar de plaatselijke nieuwtjes doornemen met een fles rosé in de hand, omringd door rodebroekenmannen. Ze is een vaste bezoeker. Het maakt haar niet uit wie er speelt.

Het publiek bestaat vanavond voor de helft uit inwoners van Bloemendaal, Overveen en Aerdenhout. Ze hebben hun kussentjes meegebracht naar de Hollandse versie van The Hollywood Bowl. En ze hebben 52,50 euro afgetikt voor een artiest die ze nog niet kennen. Onbekommerd en zonder verwachtingen.

En dan zijn er de fans. Zoals wij. Onvermogend en vol verwachting. We hebben de spaarpot maar eens omgekeerd, want Cat Power komt zingen. Dat is een zeldzaamheid. En dan gaat ze ook nog eens de integrale versie op de planken brengen van een concert dat Bob Dylan in 1966 gaf. Dat optreden is pure pophistorie omdat Dylan halverwege overschakelde van akoestische folkliedjes naar elektrische gitaren.

De allerliefste en haar familie zijn idolaat van Dylan. En eigenlijk hadden we vandaag naar de kust moeten rijden in De Groene Mercedes. Van een directeur geweest. Die auto kon heel hard, maar niet als Jo reed. Regelmatig nam mijn schoonvader ons met tachtig kilometer per uur mee over de snelweg naar Dylan. Die concerten waren soms schrikbarend slecht. En als je een keertje geluk had, dan was het fantastisch.

Als Jo niet was overleden, alweer bijna tien jaar geleden, dan was het vandaag zo gegaan. Cat Power ken ik ook via Jo. Niet veel mensen in ons dorp weten dat Jo een radar had voor hippe muziek. Dat hield hij een beetje onder de pet. Op feestjes zette hij Marmor, Stein und Eisen Bricht op, van Drafi Deutscher. Dan werd het gezellig. Maar na afloop kreeg ik gebrande schijfjes toegestopt met volstrekt andere muziek. Jo was handig met Napster en Limewire. ‘Luister dit maar eens, dit vind ik ook mooi’, zei hij dan. Zo maakte ik kennis met Mazzy Star, Portishead, Sophie Hunger, Ane Brun, Sufjan Stevens, Laura Marling en Cat Power.

Voor de laatste zit ik klaar met de allerliefste. Het zomert heerlijk na. Het is 26 graden, de avonddamp is zilt, in de verte krijst een meeuw en Cat Power begint met She belongs to me.

She’s got everything she needs, she’s an artist, she don’t look back.

She can take the dark out of the nighttime and paint the daytime black

Terwijl ik met een brok in mijn keel zit te luisteren, valt er bij de mensen met een aardappel in de keel een lege wijnfles om. En als het concert is afgelopen, fluisteren ze op het duinpad dat het “een beetje saai” was. Ik zeg quasi verontwaardigd iets terug over ‘het beste concert dat Bob Dylan nooit heeft gegeven’ en stuit op vragende blikken. 

Op de terugweg fietsen we door duinen en dalen langs imponerende villa’s achter hoge hekken. Hier komt géén hospice, géén asielzoekerscentrum. De inwoners van Bloemendaal verweerden zich met succes tegen het neerleggen van Stolpersteine. Ze vonden het naar om hele tijd geconfronteerd te worden met ellende uit de oorlog. Nee, dan liever luisteren naar “onze” Bob Dylan. De tijden zijn veranderd.

De volgende dag lezen we in de krant over Oasis. In Engeland komen de working class heroes weer bij elkaar. Eindelijk. Het probleem is alleen dat de working class de toegangskaartjes niet meer kan betalen. En in ons land zitten we met een kabinet dat de btw op cultuur verhoogt. De mensen uit Bloemendaal zal het niet deren, maar de gewone mensen wel. ‘Het kapitalisme faalt weer eens liederlijk, mopper ik tegen de vriendin die daar verder ook niks aan kan doen.

Boeken, theatervoorstellingen en festivals worden feestjes voor welgestelden die wel willen luisteren maar niet voelen. En ondertussen worden onze herinneringen onbetaalbaar.  

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *